Mattheus 6: 1-15

Je hebt nodig:

• lege kartonnen verpakking of blikje met plastic deksel, papier, schaar, lijm, versierspulletjes.

Werkwijze:

• Snijd in de deksel een gleuf waar een muntstuk doorheen past.
• Beplak het doosje of blikje met papier en versier het.

Spaardoosje

Je hebt nodig:

• Werkblad op stevig papier, schaar, prikpen en prikblok, liniaal, lijm, kleurtjes.

Werkwijze:

• Zie werkblad.

Geven en ontvangen

Je hebt nodig:

• Een zak met iets lekkers. Pak deze een flink aantal keren in zodat niet te voelen en te horen is wat er in zit. Hoe moeilijk je het inpakt is afhankelijk van de leeftijd.

Spelregels:
De kinderen zitten in en kring; op een muziekje wordt het pakje door gegeven.
Als de muziek stopt mag het kind wat op dat moment het pakje heeft, het papier er afhalen. Maar helaas daaronder bevindt zich weer een papier dus gaan we, met de muziek aan, weer doorgeven tot de muziek weer stopt. Het spel gaat net zolang door tot het laatste papiertje eraf is. Degene die het laatste papiertje eraf haalt mag het cadeau hebben, maar…. er staat op: met iedereen delen.
En zo heeft iedereen ontvangen, gegeven en weer ontvangen.

Geven en ontvangen 2

Je hebt nodig:

• Allemaal kleine cadeautjes zoals gummetjes, potloden, stickervelletje. (iets meer dan het aantal kinderen)
• grote dobbelsteen

Spelregels:
De kinderen zitten in een kring en gooien om de beurt met de dobbelsteen; bij 1 of 6 mogen ze een cadeautje uitzoeken. Niet openmaken, maar bewaren. Als iedereen een cadeautje heeft worden de volgende regels bekend gemaakt: - Als je 2 gooit moet iedereen zijn cadeautje doorgeven naar links.

• Als je 3 gooit moet iedereen zijn cadeautje doorgeven naar rechts.
• Als je 4 gooit mag je het cadeautje ruilen met een cadeautje wat niet gepakt is.
• Als je 5 gooit mag je het cadeautje houden en je hoeft niet meer te gooien.
• Als iedereen 5 heeft allemaal uitpakken!

Gebedskaartendoos

Je hebt nodig:

• Werkblad op stevig papier, schaar, lijm, liniaal, kleurtjes, versierspulletjes.

Werkwijze:

• Zie werkblad.

Laat de kinderen namen opschrijven van zendelingen met het land waar ze werken en zoveel mogelijk gegevens die bekend zijn. Ook kunnen er kaartjes gemaakt worden met namen van mensen erop die ziek zijn of het moeilijk hebben. Denk ook aan 1 Timotheüs 2:1-2. Daarin wordt gevraagd te bidden voor alle mensen en koningen en gezagsdragers worden nog in het bijzonder genoemd. Dus er kan ook een kaartje gemaakt worden voor de koningin, premier, de burgemeester van het dorp.
De kinderen kunnen elke avond/morgen/bij de maaltijd zo'n kaartje pakken en voor wie er opstaat bidden.

puzzelblad

Je hebt nodig:

• Werkblad, pen, Bijbel of kopie van het Bijbelgedeelte.

Werkwijze:

• Lees met elkaar het Bijbelgedeelte. Na de eerste 4 verzen stel je vragen: Wat is een aalmoes? Is het belangrijk dat je veel weggeeft? Staat er iets in dit Bijbelgedeelte over hoe je geld aan anderen moet geven? Wat is jou opgevallen in dit stukje? Welk woord vind je moeilijk?
• Als zo alle verzen gelezen zijn en van alle kanten bekeken, kan gezamenlijk of in tweetallen het werkblad ingevuld worden.