1 Samuël 4

Verslaggever

Er komt een man van het slagveld bij Eli verslag uitbrengen van de oorlog.

Je hebt nodig:

• Kopie van 1 Samuël 4: 16 en 17, vel papier en een pen per 3 kinderen.

Speelwijze:

• Verdeel de groep in teams van drie kinderen.
• Een is schrijver en twee zijn er boodschapper.
• De schrijvers zitten achter de startlijn, de boodschappers staan erbij en gaan naar het slagveld (stuk tekst) een eindje verder. Voor elk team is de afstand tussen schrijver en tekst gelijk.
• Op een teken van de leider rent een boodschapper van elk team naar de tekst, leest een stukje, onthoud dat en rent terug naar de schrijver.
• De boodschapper vertelt wat hij gelezen heeft, de schrijver schrijft het op. Dan mag de tweede boodschap- per het volgende stukje gaan lezen en aan de schrijver dicteren.
• Welk team heeft de tekst zo netjes mogelijk en het snelst overgenomen?

Button met tekst

Je hebt nodig:

• Stevig karton, papier, stukjes stof, lijm, schaar, (textiel)stiften, speldje.

Werkwijze:

• Knip uit stevig karton een vorm voor de button.
• Versier hem en schrijf er een tekst op.
• Mogelijke teksten: Wijs mij uw weg, Heer, laat mij wandelen op het pad van uw waarheid, vervul mijn hart met ontzag voor uw naam. (ps 86: 11) of Wie ontzag heeft voor de Heer, haat het kwaad. (spreuken 8:13) of Het ontzag voor de Heer is zuiver, houdt stand, voor altijd. (ps.19:10)
• Plak het speldje op de achterkant.

Party & Co

Je hebt nodig:

• Spelbord (zie samuel 3), kaartjes, dobbelsteen, pionnen.

Speelwijze:

• Verdeel de groep in groepjes van 4 tot 6 kinderen. Ieder speelt voor zich of in tweetallen.
• Leg de kaartjes van de verschillende categorieën op de aangegeven plaats op het spelbord.
• Zet de pionnen bij start op de duif. Gooi met de dobbelsteen en ga het aantal plaatsen verder op het bord. Pak een kaartje wat op hetzelfde figuur ligt waar je pion op staat. Voer de opdracht voor je groep uit.
• Degene die het goede antwoord geeft, krijgt het kaartje. Raden 2 kinderen het tegelijk, dan krijgen ze allebei een halve punt. Wie heeft aan het eind de meeste punten?
• De verschillende categorieën zijn:
• Liplezen: Je probeert het woord wat op het kaartje staat duidelijk te maken door alleen de lippen te bewegen, zonder geluid te maken.
• Kennisvraag: Een vraag over de verhalen beantwoorden.
• Tekenen: De speler probeert door te tekenen duidelijk te maken wat er op het kaartje staat. Er mag niet bij gepraat worden.
• Uitbeelden: Kies een andere speler uit je groepje om samen uit te beelden wat er op het kaartje staat.
• Verboden woord: Probeer duidelijk te maken wie of wat er op het kaartje staat zonder de woorden die daar op staan te gebruiken.
• Denkvraag: Dit zijn kaartjes die de kinderen na laten denken over hun eigen situatie. Hoe lossen zij problemen op, hoe gaan ze met een ander om enz. De groep praat over deze vragen, iedereen vertelt wat zijn/haar oplossing zou zijn.

Wat wil ik- wat wil God?

Je hebt nodig:

• papier en pen.

Werkwijze:
De kinderen denken met elkaar na over wat ze van God verwachten. Dat schrijven ze links op het vel papier.
Daarna denken ze erover na wat God van hen verwacht en schrijven dat aan de rechterkant.
Past wat ze opgeschreven hebben bij elkaar?