1 Samuël 3: God roept Samuël
Oren
God riep Samuël. Als je goed wilt luisteren heb je je oren nodig!
Je hebt nodig:
Werkblad op stevig gekleurd papier, stukjes elektriciteitsdraad van ongeveer 30 cm., plakband, schaar, kniptang.
Werkwijze:
Zie werkblad.
Wat hoor ik daar?
Je hebt nodig:
Diverse geluiden op een cd of maak een aantal potjes met verschillende voorwerpen erin. (knikkers, ijzeren ringetjes, pinda’s, houten en/of plastic kralen enz.
Speelwijze:
Laat de kinderen raden welke geluiden er op de cd staan.
Bij gebruik van de potjes
- Laat de kinderen zien welke voorwerpen er in de potjes zitten. Van buiten kun je niet zien wat er in zit.
- Verdeel de kinderen in groepjes en laat om de beurt een kind met een potje rammelen.
- Het kind zegt wat hij/zij denkt wat er in het potje zit en mag daarna kijken of het echt zo is.
- Af en toe de potjes door elkaar husselen.
- Wie raadt de meeste goed?
Doorfluisteren
God riep Samuël met een echte stem. Kun jij fluisteren ook verstaan?
Speelwijze:
- Zet de kinderen in een kring.
- Fluister een woord of een zin in het oor van je rechtse buurman.
- Hij fluistert het weer door en zo verder.
- Welk woord komt er uiteindelijk bij je linkse buurman?
Party & Co
Je hebt nodig:
Spelbord en kaartjes, dobbelsteen, pionnen.
Speelwijze:
- Verdeel de groep in groepjes van 4 tot 6 kinderen. Ieder speelt voor zich of in tweetallen.
- Leg de kaartjes van de verschillende categorieën op de aangegeven plaats op het spelbord.
- Zet de pionnen bij start op de duif. Gooi met de dobbelsteen en ga het aantal plaatsen verder op het bord. Pak een kaartje wat op hetzelfde figuur ligt waar je pion op staat. Voer de opdracht voor je groep uit.
- Degene die het goede antwoord geeft, krijgt het kaartje. Raden 2 kinderen het tegelijk, dan krijgen ze allebei een halve punt. Wie heeft aan het eind de meeste punten?
- De verschillende categorieën zijn:
- Liplezen: Je probeert het woord wat op het kaartje staat duidelijk te maken door alleen de lippen te bewegen, zonder geluid te maken.
- Kennisvraag: Een vraag over de verhalen beantwoorden.
- Tekenen: De speler probeert door te tekenen duidelijk te maken wat er op het kaartje staat. Er mag niet bij gepraat worden.
- Uitbeelden: Kies een andere speler uit je groepje om samen uit te beelden wat er op het kaartje staat.
- Verboden woord: Probeer duidelijk te maken wie of wat er op het kaartje staat zonder de woorden die daar op staan te gebruiken.
- Denkvraag: Dit zijn kaartjes die de kinderen na laten denken over hun eigen situatie. Hoe lossen zij problemen op, hoe gaan ze met een ander om enz. De groep praat over deze vragen, iedereen vertelt wat zijn/haar oplossing zou zijn.
puzzelblad
Je hebt nodig:
Werkblad, Bijbels of kopie van 1 Samuël 3 en Handelingen 8: 26-40, pen, luidspreker (zie hieronder).
Luidspreker
Je hebt nodig:
Werkblad op 100g gekleurd papier, schaar, lijm, prikpen.
Werkwijze:
Zie werkblad.